Deze vijf eigenschappen moet je als moderne werknemer in huis hebben


1)     De maatschappij verandert, en de arbeidsmarkt ook. Werkgevers verwachten bredere kennis en een verdieping in de huidige vaardigheden, constateert het UWV na onderzoek. Dit zijn de vijf competenties waar je als moderne werknemer over moet beschikken. 

2)     Het UWV baseert de vondsten op onderzoek van de afgelopen jaren naar verschillende sectoren en een enquête onder tweeduizend werkgevers. ,,Hoe verschillend de werkzaamheden in sectoren ook zijn, we zien ook een rode draad lopen in verschillende onderzoeken. We zien vijf competenties die overal terugkomen en waar steeds meer om wordt gevraagd’’, zegt arbeidsmarktadviseur Freek Kalkhoven van het UWV. 

1. Goede digitale vaardigheden
3)     De ondervraagde werknemers noemen het goed overweg kunnen met computers en andere digitale hulpmiddelen het meest als vaardigheid die zij graag zien bij werknemers. Dat geldt ook voor banen waarbij mensen niet de hele dag achter een bureau met scherm zitten te werken. Kalkhoven: ,,In het onderwijs moeten leraren overweg kunnen met een digitale leeromgeving. In de horeca werken ze met handcomputers om bestellingen door te geven. Die gebruiken ze in de detailhandel weer om bestellingen te controleren.’’ 

4)     Ook het kunnen werken met data blijkt steeds belangrijker. ,,In steeds meer sectoren, zoals de land- en tuinbouw, wordt data gebruikt voor het optimaliseren van de bedrijfsvoering. In de zorg kunnen patiënten met zelfmeetapparatuur bepaalde waardes zelf bijhouden. Als werknemer moet je die wel correct weten te interpreteren.’’

2. ….
5)     De uitdrukking ‘de klant is koning’ staat bij veel bedrijven centraal. Het vraagt een vriendelijke, geduldige, maar vooral klantgerichte houding van werknemers om mensen tevreden te houden. ,,Het is de tijd waarin we leven. Consumenten stellen hoge eisen. Met een druk op de knop kunnen ze een aankoop doen. Die moet aan hun verwachtingen voldoen én tijdig thuis bezorgd worden.’’ Die ene klant die een negatieve recensie schrijft op sociale media, kan anderen immers bewegen over te stappen naar de concurrent. 

6)     Met dezelfde kritische houding worden werknemer ook geconfronteerd in beroepen waarin je niet eens met klanten te maken hebt. ,,Als leraar word je soms geconfronteerd met mondige ouders, in de zorg zullen patiënten het je vertellen wanneer ze het ergens niet mee eens zijn. Daar moet je mee om kunnen gaan.’’ 

3. Probleemoplossend vermogen
7)     Het is natuurlijk niet zo dat een werkgever vroeger niet verwachtte dat je een probleem op kon lossen. Het zijn wel de problemen zelf die iets anders zijn dan voorheen. ,,Deze competentie hangt samen met het toenemende gebruik van data. Je moet oog kunnen hebben voor het hele proces en kunnen zien waar het misgaat.’’ Veel beroepen vragen tegenwoordig om een bredere kijk op de zaken. ,,Vroeger had je ICT-functies waarbij je de hele dag alleen maar codes aan het inkloppen was. Nu zie je dat die functies uitgebreider zijn. Je moet ook langs klanten kunnen gaan, hun kwesties aan kunnen horen en kunnen besluiten wat de volgende stap moet zijn.’’

4. Samenwerken buiten het vakgebied
8)     In de moderne arbeidsmarkt moet je over de schutting kunnen kijken, constateert Kalkhoven. ,,We werken steeds vaker samen met mensen uit andere vakgebieden. Bijvoorbeeld in een fabriek moet de maker van een product overleggen met de afdeling Sales waarom iets niet verkoopt en wat er moet gebeuren’’ 

9)     Het kan ook om samenwerkingen buiten het bedrijf zelf gaan. ,,Een leraar moet bijvoorbeeld contact opzoeken met het bedrijfsleven om stageplaatsen te regelen voor zijn leerlingen. Je moet samen kunnen werken met mensen die anders werken en vaak ook anders over zaken denken dan jij.’’

5. Snel aan kunnen passen aan veranderingen
10)  ,,Naar mijn mening is dit een van de belangrijkste competenties. De arbeidsmarkt beweegt snel dus je moet kunnen schakelen’’, aldus Kalkhoven. ,,Als werknemer moet je je inzetten om bij te blijven in je vakgebied én het niet erg vinden om andere taken op je te nemen als dat nodig is.’’ 

Up-to-date
11)  Weten wat werkgevers vragen is niet alleen van belang als je werkzoekend bent, zegt Kalkhoven. ,,Ook als je al heel lang hetzelfde werk doet, moet je bewust zijn van de verandering in wat er gevraagd wordt. Als je je baan om wat voor reden dan ook toch kwijtraakt, hoe sta je er dan voor op de arbeidsmarkt?’’ Het kan lastig zijn om tijd vrij te maken om vaardigheden op te vijzelen, weet hij. ,,Maar ook met een klein beetje meer kennis houd je jezelf beter up-to-date. Een klantgerichtheidstraining of een training om je digitale vaardigheden te verbeteren kan zeker de moeite waard zijn.’’

bron: Algemeen Dagblad, 24 september 2019  Auteur: Priscilla van Agteren

Vragen bij de tekst:
Noteer de antwoorden zelf op papier.
  1. Wat is het onderwerp van de tekst?
    1. De moderne werknemer
    2. Vijf competenties
    3. Onderzoek van de UVW

  1. Uit welke alinea(‘s) bestaat de inleiding?
    1. Alinea 1
    2. Alinea 2
    3. Alinea 1 en 2

  1. Uit welke alinea(‘s) bestaat het middenstuk?
    1. Alinea 2 tot en met 10
    2. Alinea 2 tot en met 11
    3. Alinea 3 tot en met 10
    4. Alinea 3 tot en met 11

  1. Uit welke alinea(‘s) bestaat het slot?
    1. Deze tekst heeft geen slot
    2. Alinea 11
    3. Alinea 10 en 11

  1. Wat is het doel van de schrijver van deze tekst?
    1. De schrijver geeft informatie over de 5 competenties waarover de moderne werkgever moet beschikken.
    2. De schrijver probeert de lezer ervan te overtuigen dat het belangrijk is om goed te kunnen samenwerken en te zorgen voor goede digitale vaardigheden.
    3. De schrijver legt uit wat je moet doen om een nieuwe baan te krijgen en hoe je je snel kan aanpassen.
    4. De schrijver probeert de lezer over te halen om cursussen te volgen zodat je je eigen problemen kan oplossen.

  1. Wat is de tekstsoort?
    1. Een onderzoeksverslag
    2. Een nieuwsbericht
    3. Een column
    4. Een instructie

  1. Deze tekst is
    1. Subjectief, want de tekst bestaat vooral uit feiten.
    2. Subjectief, want je leest vooral veel meningen.
    3. Objectief, want de tekst bestaat vooral uit feiten.
    4. Objectief, want je leest vooral veel meningen.

  1. Wat is een goed tussenkopje boven alinea 5 en 6?
    1. Consumenten
    2. Hoge eisen van consumenten
    3. Kritische houding
    4. Servicegerichtheid

  1. Wat is de kernzin van alinea 4?
    1. Ook het kunnen werken met data blijkt steeds belangrijker.
    2. In steeds meer sectoren, zoals de land- en tuinbouw, wordt data gebruikt voor het optimaliseren van de bedrijfsvoering.
    3. In de zorg kunnen patiënten met zelfmeetapparatuur bepaalde waardes zelf bijhouden.
    4. Als werknemer moet je die wel correct weten te interpreteren.

  1. In alinea 2 staat: ‘We zien vijf competenties die overal terugkomen en waar steeds meer om wordt gevraagd’.
    1. Dit is een feit.
    2. Dit is een mening.

  1. Wat is het zinsverband in de zin: ‘Met dezelfde kritische houding worden werknemer ook geconfronteerd in beroepen waarin je niet eens met klanten te maken hebt’?
    1. oorzaak-gevolg
    2. doel-middel
    3. opsomming
    4. tegenstelling

  1. In alinea 6 staat: Een leraar moet bijvoorbeeld contact opzoeken met het bedrijfsleven om stageplaatsen te regelen voor zijn leerlingen.
            Wat geeft het woordje ‘om’ in deze zin aan?
    1. oorzaak-gevolg
    2. doel-middel
    3. opsomming
    4. tegenstelling

  1. Waarnaar verwijst het woord ‘dit’ in alinea 10?
    1. snel aan kunnen passen aan veranderingen
    2. de arbeidsmarkt beweegt snel
    3. samen kunnen werken


Populaire posts van deze blog

Hoe voer je een goed gesprek? 4 Tips + vragenformulier

Vakbond opent meldpunt stagemisbruik voor (leerling) verzorgenden

Fraudeurs nepsite Dixons adverteren op Marktplaats