Leestekst en open vragen Het 'knusse verpleeghuisje'in brief Hugo Borst staat in Piershill

 Begin met het beantwoorden van vraag 1 en 2 voordat je de tekst leest.

1.      Boven de tekst staat:’ Dit achtergrondartikel gaat over verpleeghuis De Herbergier in Piershil..’ Welke informatie kan je uit deze zin halen?         Denk aan: soort tekst: informerende tekst – overtuigende tekst – instruerende tekst – amuserende tekst. Welke kenmerken horen hierbij?

2.      Kijk naar de titel, de eerste en de laatste alinea. Wat is het onderwerp van de tekst?

Lees nu de tekst door.

Dit achtergrondartikel gaat over De Herbergier in Piershil.

Het 'knusse verpleeghuisje' in brief Hugo Borst staat in Piershil

1.     Het 'knusse verpleeghuisje' waaraan Hugo Borst in zijn open brief aan staatssecretaris Martin van Rijn refereerde, staat in Piershil. Beheerders Gerard Vonk en Digna Bruijne van De Herbergier zijn wars van overbodige regels.

2.     Lijstjes afvinken van doorlopen procedures? Niet bij De Herbergier in het Hoeksche Waardse dorp. ,,Wij doen in dit huis niet aan vinken, we hebben een parkiet'', grijnst Gerard Vonk. Waarmee De Herbergier, waar zestien bewoners met geheugen- en psychiatrische problemen, ook meteen afwijkt van veel andere zorginstellingen. Huisdieren zijn welkom. Door de woonkamer dartelen twee honden.

3.     De blijmoedige sfeer bij De Herbergier viel Borst, die geregeld in zijn AD-column schrijft over zijn dementerende moeder, op. Hij bracht er drie weken geleden een bezoek, nadat een medewerker hem had gemaild dat er ook verpleeghuizen zijn waar het personeel wel de tijd heeft voor patiënten.

4.     Voor de bewoners staan altijd vier verzorgers klaar. ,,Om half elf 's ochtends zijn ze gewassen en aangekleed'', vertelt Vonk. ,,Daarna doen medewerkers dingen met ze, net wat ze leuk vinden en kunnen, zoals wandelen, een huishoudelijk klusje of muziek luisteren.''
Gasten

5.     De Herbergier noemt de ouderen stug gasten en geen patiënt. ,,Wij willen dat ze het hier zo goed mogelijk naar hun zin hebben. Daar doen we alles voor'', zegt Bruijne. ,,We bieden verpleeghuiszorg, maar vinden daarnaast andere dingen ook heel belangrijk. Wij kennen de gasten goed. Dat is onze kracht. Wij voelen ons hier een groot gezin.'' In de woonkamer staat een piano. Bruijne: ,,Otto, een vrijwilliger, speelt er elke woensdag op en dan zingt iedereen mee. Dan is het hier echt een feestje.''

6.     Verder zijn er natuurlijk protocollen, onder meer voor de medicatie en de bevoegdheden, maar een uitgebreide administratie van de werkzaamheden is er niet. ,,Want dat gaat ten koste van de tijd die we willen vrijmaken voor onze gasten. Als je je met elkaar bewust bent van wat je doet en dit bespreekt, wordt de kans op fouten niet groter'', zegt Vonk, die voorheen bij een psychiatrische instelling werkte.

7.     ,,Het geld dat beschikbaar is voor een gast is hetzelfde als in grote verpleeghuizen, maar daar hebben ze meer kosten aan overhead als managers en coördinatoren. Bovendien kijken we anders aan tegen het opstellen van bijvoorbeeld zorgleefplannen voor gasten. Die raken snel gedateerd. Daarom werken wij met een geplastificeerde zorgkaart, die we telkens actualiseren en op de badkamer van de gast zetten. Zo weet de medewerker wat de gast nodig heeft. Natuurlijk kunnen daarbij fouten worden gemaakt. Daar praten we rustig over.''

8.     Rotterdammer Paul Favier, een van de bewoners van De Herbergier, is vol lof: ,,Ik word hier goed verzorgd en ik krijg de ruimte om dingen te doen. Laatst zijn we naar het ss Rotterdam geweest. Wauw, wat was dat geweldig.''
Naar: Algemeen Dagblad, 12 juli 2016

Vervolg vragen:
3.      Wat wil de schrijver met deze tekst vertellen?

4.      Probeer elke alinea in 1 zin samen te vatten of zoek de kernzin.

5.      Verdeel de tekst in drie delen. Inleiding – kern (middenstuk) – slot.

6.      Een inleiding heeft 2 functies: het onderwerp van de tekst introduceren en de aandacht van de lezer trekken. Hoe herken je deze functies in de inleiding van deze tekst?
a)      Functie 1: Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
b)     Functie 2: Hoe wordt de aandacht van de lezer getrokken?

7.      In alinea 1 wordt gesproken over de open brief van Hugo Borst.
a)      Wat is een open brief?
b)     Ben je bekend met de open brief van Hugo Borst? Is de kennis over de open brief nodig om deze tekst te begrijpen?

8.      Wat wordt bedoeld met refereren aan? (Alinea 1)

9.      Wat wordt bedoeld met de uitdrukking: ergens wars van zijn?

10.   In alinea 2 zegt Gerard Vonk: ‘Wij doen in dit huis niet aan vinken, we hebben een parkiet.’ Wat bedoelt hij met deze opmerking?

11.   Waarnaar verwijst het woord ‘Waarmee’ halverwege alinea 2?

12.   Wat bedoelt de schrijver met: ‘De Herbergier noemt ze stug’ gasten?

13.   In alinea 5 staat: ‘We bieden verpleeghuiszorg, maar vinden daarnaast andere dingen ook heel belangrijk’.  Wat wordt hiermee bedoeld?

14.   Alinea 7 benoemt een overeenkomst en een paar verschillen tussen reguliere verpleeghuizen en de Herbergier. Welke overeenkomst is er en welke verschillen?

15.   Is de schrijver objectief? Waar merk je dat aan?

Populaire posts van deze blog

Hoe voer je een goed gesprek? 4 Tips + vragenformulier

Vakbond opent meldpunt stagemisbruik voor (leerling) verzorgenden

Fraudeurs nepsite Dixons adverteren op Marktplaats